Kynologisch gedragstherapeut i.o., Kynologisch instructeur i.o., Voedingsdeskundige hond & kat, Individuele hondenuitlaatservice, Dierverzorging

Cynthia Huizinga

Trainen is universeel

Terwijl ik dit schrijf, zijn we net terug uit het warme en zonnige Tenerife. We hebben echt enorm genoten en verlangen eigenlijk wel weer naar het mooie weer terug. Het enige wat ik dan ook heb gemist, zijn mijn vrienden en familie en onze dieren.

Wat is trainen en waar kan je het voor gebruiken?

Heel plat is trainen het aanleren van een specifieke gedragsrespons in een bepaalde context.
Dat houdt in dat je een bepaald gedragsrespons kan aanleren in een specifieke situatie.

Bij honden bijvoorbeeld, het meest simpele wat eigenlijk iedereen snapt. Jij zegt zit, je hond gaat zitten en krijgt daarvoor een voertje.

Maar trainen kan je ook gebruiken om een emotie te veranderen en daarmee de gedragsrespons te veranderen. Heel plat, (dit is niet hoe het helemaal werkt), je hond is bang voor vuurwerk. Maar elke keer als je hond vuurwerk hoort, krijgt hij iets mega lekkers. Op den duur zal het vuurwerk de voorspeller zijn voor dat mega lekkers en zal dus zijn emotie misschien wat afvlakken.

Training wordt ook gebruik bij dierenparken, zodat de dierverzorgers veilig de dieren kunnen checken en kleine (medische) handelingen kunnen uitvoeren, zoals bijvoorbeeld bloedprikken vanuit de staart van dolfijnen.

Trainen is ook een vorm van verrijking. Je geeft het dier wat te doen, niet zozeer fysiek, maar hij moet nadenken over hetgeen wat jij hem vraagt. En dat zorgt er voor dat je dier mentaal meer voldaan is en dat jullie band sterker zal worden.

Leerprincipes

Er zijn verschillende soorten trainingsmethodes, die eigenlijk altijd op de leerprincipes terug komen.
Ik heb het dan over klassieke conditionering en operante conditionering.

Klassieke conditionering gaat over het leggen van verbanden tussen twee gebeurtenissen. En dan gaat het vaak over emoties en iets waar je dier geen invloed op heeft. Bijvoorbeeld; de bel gaat en je hond blaft. Je hond heeft waarschijnlijk niet eens door dat hij blaft.

Nog een voorbeeld; stel je bent zelf bang voor spinnen, in je ooghoek zie je een spin, je geeft een gil en misschien spring je zelfs omhoog. Iets waar je zelf helemaal niet over nadenkt en je zelfs vrijwel geen invloed hebt op die reactie.

De tweede manier de operante conditionering. Dan gaat je hond leren d.m.v. associaties. Dat er een verband is tussen zijn eigen gedrag en de consequenties daarvan. Datgene wat wij in de volksmond trainen noemen.

En in die training, kun je bekrachtigen, en dus er voor zorgen dat het gedrag vaker voorkomt of corrigeren, dat is dat het gedrag minder vaak voorkomt.

Zelf werk ik het liefste met de positieve bekrachtiging.

De termen positief en negatief hebben in dit geval niks met goed of fout te maken, maar alles met of je iets toevoegt, dus plust, iets positiefs, of iets weghaalt, dus min, iets negatiefs.

Ik werk zonder, pijn, angst, schrik en intimidatie. Dat houdt in dat er niet positief gecorrigeerd wordt hier. Ik trek bijvoorbeeld niet aan de lijn als een hond trekt.

Ook blijf ik het liefst weg van negatieve bekrachtigers. Je opgroeiende pup op zijn billen drukken om het te leren zitten, werkt waarschijnlijk prima, maar het kan wel schadelijk zijn voor zijn lijf.

Het liefst beloon ik dus met bijvoorbeeld een voertje, stem of spel iets wat de hond goed doet. Allemaal wel zo vriendelijk voor je hond. En daarmee leert de hond dat ik betrouwbaar ben, en dat hij altijd op me terug kan vallen.